Love birds

Lesfasenmodel  voor Love birds

Voorbereiding	Context	* Belevingswereld: Het is lente, de vogeltjes gaan weer fluiten. De leerlingen zien het overal om zich heen lente worden. Deze les sluit dus bijzonder goed aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Daarom hebben wij het thema lente gekoppeld met ons overkoepelende thema liefde.
	Basisplan	* Opdracht en randvoorwaarden: De leerlingen maken van vilt een vogeltje. Dit doen ze door twee stukjes vilt, in de vorm van een vogeltje, op te vullen en te verbinden met de festonsteek. Het is een voorwaarde dat de festonsteek correct wordt gebruikt. Wel mag het vogeltje naar eigen ingeving worden vormgegeven. Het is in het thema liefde, dus uiteindelijk wordt het een gezamenlijk werkstuk met hun schoudermaatje. De vogeltjes komen naast elkaar op een tak te zitten. Ze mogen zelf beslissen hoe ze dit verwezenlijken.
	Doelen	* Beeldend doel: Aan het einde van de les hebben de leerlingen met hun schoudermaatje twee vogels gemaakt van vilt die als liefdespaar op een tak zitten. Het thema liefde moet hierin duidelijk verwerkt zijn.   * Technisch doel: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de festonsteek correct gebruiken. De festonsteek wordt met name gebruikt om de raden van naaiwerk af te werken. Voornamelijk bij vilt.
Receptie /Oriëntatie	Introduceren	*Beeldcultuur:         We hebben het met de leerlingen over het thema lente. We bekijken de afbeeldingen, wat staat er nou ik dzee twee afbeeldingen centraal?         *Beeldaspecten: In deze afbeelding is de compositie het belangrijkste beeldaspect. Er is gebruik gemaakt van een diagonale compositie. Dit is een compositie waarbij een duidelijke tweedeling van een dioganale beeldas in dit geval de tak, over het vlak is aangebracht. Dit wordt nog eens versterkt door de vogels dit op deze dioganaal aangebrachte tak zitten.
	Informeren	*Beeldbeschouwen:   Startvragen:   -          Hebben jullie wel eens dit soort vogels gezien?  -          Wat vinden jullie nou een mooi vogeltje? -          Waar doet dit je aan denken?   Onderzoeksvragen: -          Welke kleur overheerst? Er is gebruik gemaakt van pasteltinten, met name van de kleur groen. -          Wat gebeurd er op de afbeelding? Er zitten twee vogels op een tak. Er vliegt een vlinder en een bij door de lucht. -          Wat denk je dat belangrijk is en wat minder belangrijk? Wij denken dat de vogels het middelpunt van de afbeelding vormen.  Dit door de compositie van de tak in het midden van de afbeelding.   Analysevragen: -          Hoe is de interactie tussen de vogeltjes? De vogeltjes zitten op een tak. De kopjes naar elkaar gericht en er is duidelijk spanning tussen de vogeltjes. -          Wat kun je zeggen over de titel? De titel heeft betrekking tot de verbondenheid tussen de vogeltjes.   Speculatievevragen: -          Wat denk je dat er hierna gebeurd is? -          Wat zou je willen veranderen en waarom?
	Instrueren	*Beeldend Probleem: De leerlingen gaan met behulp van vilt en de festonsteek een vogeltje maken. De leerlingen mogen zelf beslissen hoe zij hun vogeltje gaan vormgeven. De leerlingen moeten ook met hun schoudermaatje het thema liefde verwerken in het uiteindelijke werkstuk. Dit mogen ze naar eigen inzicht vormgeven.
Productie /Uitvoering	Observeren	Beeldend Vermogen
	Begeleiden	Werkprocessen
	Afronden	Tijdsmanagement
Reflectie /Nabeschouwing	Nabespreken	Reflecteren
	Beoordelen	* Beoordelingscriteria (matrix)   Nb. Alleen de matrix maken.
	Presenteren	Presentatievorm
Evaluatie	Evalueren	Opdracht en randvoorwaarden

 

Rubrix:

 

	onvoldoende	voldoende	goed	score
techniek max. 3 punten	1 punt -          De festonsteek is niet  of niet correct toegepast. -          Het vilt is slordig geknipt.	2 punt -          Er is gebruik gemaakt van de festonsteek. -          De afwerking van het vilt is hier en daar nog een beetje slordig, maar ziet er over het algemeen prima uit.	3 punten -          Er is gebruik gemaakt van de festonsteek en het ziet er verzorgd uit. -          Het vilt is netjes afgewerkt en ziet er goed uit.
werkhouding max. 3 punt	1 punten -          De leerling gaat niet zelfstandig aan de slag. -          De leerling let tijdens de uitleg niet goed op. -          De leerling is snel afgeleid.	2 punt -          Voldoet aan 2 van de 3 voorafgaande eisen.	3 punten -          De leerling gaat doelgericht en zelfstandig aan de slag -          De leerling doet actief mee tijdens de uitleg. -          De leerling is gemotiveerd om de opdracht naar behoren uit te voeren.
creativiteit max. 3 punten	1 punt -          Het thema liefde is niet of nauwelijks toegepast. -          Er is niks toegevoegd aan het vilten vogeltje.	2 punten -          Het thema liefde is toegepast -          Er zijn wel dingen toegevoegd als: snaveltje, ogen en vleugeltjes.	3 punten -          Het thema liefde is op een originele manier toegepast. -          Er zijn veel extra aspecten aan het vogeltje toegevoegd.